De bevordering is gebaseerd op de volgende algemene uitgangspunten:
Overgangsnormen
Er wordt slechts van de overgangsnormen afgeweken, als de docentenvergadering bij stemming heeft vastgesteld dat daarvoor redenen aanwezig zijn.
Bespreking betekent dat alle docenten van wie de leerling les krijgt, de resultaten van hun vak toelichten. De docentenvergadering geeft advies aan de teamleider die uiteindelijk het besluit neemt.
Elk cijfer op het rapport is een gewogen gemiddelde van het lopende schooljaar, afgerond op één decimaal. Voor het vaststellen van de overgang worden de cijfers afgerond op hele cijfers.
Naast de algemene richtlijnen voor bevordering gelden aanvullende regels. De overgangsnorm is als volgt vastgesteld:
Een leerling wordt bevorderd naar een volgend leerjaar binnen dezelfde leerweg bij maximaal drie verliespunten. Indien een leerling hier niet aan voldoet, beslist de vergadering welke oplossing voor de leerling het beste is.
Een leerling kan bevorderd worden naar een hoger gelegen leerweg. Naast een gemiddeld cijfer van 8 of hoger, wordt de leerling beoordeeld op zijn/haar competenties, zoals zelfstandig kunnen werken, huiswerkattitude, het kunnen verwerken van grotere hoeveelheden leerstof en eigen initiatief nemen.